In Nederland staat eigenlijk altijd wel wind. De voornaamste reden daarvoor is natuurlijk dat we een land zijn met een hele lange kustlijn. In de kustplaatsen staat over het algemeen dan ook meer wind dan in het binnenland. Uiteraard zijn er door het jaar heen grote verschillen. Tijdens een storm waait het namelijk veel harder dan tijdens bijvoorbeeld een zwoele zomeravond. In het algemeen is de winkracht in het westen en het noorden van Nederland het grootst. Gebruik maken van windenergie is in deze provincies dan ook aantrekkelijker dan elders in Nederland.
Aan zee meer dan twee keer zoveel wind Op jaarbasis waait het aan zee gemiddeld genomen twee keer zo hard als in het binnenland. Ver landinwaarts ligt de jaargemiddelde windsnelheid op veel plaatsen tussen 11 en 14 km/uur (2-3 Bft), langs de kust ligt die gemiddelde windsnelheid op 25 tot 28 km/uur (4 Bft). Dat het aan zee gemiddeld harder waait is volstrekt logisch. Als gevolg van allerlei objecten op het land en natuurlijk het land zelf, ondervindt de wind een zekere weerstand als gevolg van wrijving. Boven zee is die wrijving vele malen minder aanwezig, waardoor het langs de kust vrijwel altijd harder waait. De meest windluwe plaats in ons land is Arcen met een jaargemiddelde windsnelheid van ongeveer 11 km/uur. Vlieland is het meest winderig met een gemiddelde windsnelheid van ongeveer 28 km/uur.
Wind in de zomer en winter Nederland kent een jaarlijkse gang als het gaat om gemiddelde windsnelheid. In het zomerhalfjaar waait het gemiddeld minder hard dan in het winterhalfjaar. In het zomerhalfjaar ligt de gemiddelde windsnelheid landinwaarts tussen 10 en 13 km/uur (2-3 Bft), aan zee tussen 22 en 25 km/uur (4 Bft). In het winterseizoen ligt de gemiddelde windsnelheid een stuk hoger met 13 tot 16 km/uur landinwaarts (3 Bft) en 28 tot 31 km/uur (4-5 Bft) langs de kust. Dit verschil komt niet alleen door een toename in wrijving boven land, omdat bijvoorbeeld bomen volop in het blad staan en gewassen groter zijn. In de zomer is sowieso het temperatuurverschil tussen de Noordpool en de evenaar kleiner, waardoor de overheersende westenwinden minder sterk zijn dan in de winter als het verschil tussen Noordpool en evenaar een stuk groter is.
Door het jaar heen zien we zuidwestenwinden verreweg het vaakst terugkeren. In alle maanden is zuidwest de overheersende windrichting, vooral in de winter- en herfstmaanden. In de herfst- en wintermaanden waait de wind zo'n 30% van de dagen uit het zuidwesten. In het voorjaar is te zien dat de windrichtingen noord en noordoost bijna net zo vaak voorkomen als de zuidwestenwinden. Het aandeel zuidwestenwinden daalt naar zo'n 18%, terwijl het aandeel noord tot noordoost stijgt van 3 tot 10% naar 13 tot 15%.
Het aandeel windrichting per maand op basis van de klimatologische periode 1991-2020.
Tot in de zomer zijn de vaker noordelijke windrichtingen terug te zien. Vanaf de maand juni komt wel vaker een noordwestenwind voor dan een noordoostenwind. Met zo'n noordwestenwind wordt in juni vaak nog koudere lucht aangevoerd, wat we weer kennen als de schaapscheerderskou. Laat in de zomer krijgt de windrichting weer een voorkeur voor zuidwest.
Veel wind komt vrij regelmatig voor. Op ongeveer 27 dagen per jaar waait het gemiddeld over een dag ergens in ons land 50 km/uur of harder (ongeveer 7 Bft). In de praktijk zijn dit dagen die als tamelijk onstuimig of onstuimig worden beschouwd. Om over onstuimig weer te spreken, zijn echter geen officiële criteria. Zware windstoten komen nog vaker voor dan onstuimige dagen. Dit komt omdat windstoten kortdurend zijn en bij diverse fenomenen waargenomen kunnen worden. Niet alleen tijdens storm, maar bijvoorbeeld ook in de buurt van zware buien. Op gemiddeld 77 dagen per jaar wordt ergens in ons land een zware windstoot van ten minste 75 km/uur gemeten. Op 13 van deze 77 dagen komt het tot zeer zware windstoten, dat is boven 100 km/uur. Storm zien we niet heel vaak in ons land. Op ongeveer 8 dagen per kalenderjaar kunnen we officieel van storm spreken op minstens één locatie op land of aan zee. Bijna altijd komen stormen in het winterhalfjaar voor, maar ook in de zomer is een storm zeker niet uniek.
Windrecords Waar gemeten wordt, is automatisch sprake van extremen. Ook in het geval van wind. Zo is de hoogst gemeten windstoot in ons land maar liefst 230.4 km/uur, op 5 februari 2013 in Hansweert. De hoogst voorgekomen windsnelheden in ons land zijn echter nooit gemeten. In de vorige eeuw zijn enkele zware tornado's voorgekomen die, naar alle waarschijnlijkheid, nog voor veel hogere windsnelheden hebben gezorgd. De storm met de hoogste uurgemiddelde windsnelheid was de storm op 7 september 1944. In Vlissingen was de gemiddelde windsnelheid over een heel uur 126 km/uur, officieel orkaankracht. De enige andere keer dat in ons land officieel sprake was van orkaankracht was op 3 januari 1976, toen werd in IJmuiden een uurgemiddelde windsnelheid gemeten van ruim 120 km/uur. Die dag staat ook in de boeken als de meest winderige dag met een etmaalgemiddelde windsnelheid van 87 km/uur in IJmuiden.
Gemiddelde windkracht kust De gemiddelde windkracht langs de kust is ongeveer 20km/h (5.6 m/s) , = windkracht 4
Gemiddelde windkracht binnenland De gemiddelde windkracht in het binnenland is ongeveer 8 km/h (2.2 m/s) = windkracht 2
Voor meer informatie neem contact met ons op of stuur een bericht via het contact formulier en we nemen zo snel mogelijk contact met u op.